Op 4 oktober staat iedereen stil bij het welzijn van dieren. Wij, als kattenpersoneel, zorgen natuurlijk uitstekend voor het welzijn van onze harige huisgenootjes. Ze krijgen lekkere hapjes, een warme schoot om op te soezen en een schone kattenbak. Onze katten zijn dan wel “geholpen”, maar verder mogen zij zich als kat gedragen. Hoewel, typisch kattengedrag ervaren wij vaak als heel vervelend in huis. Katten laten overal hun geurige berichtjes achter. Dat kan d.m.v. “kopjes geven”, maar ook door je nagels lekker in de bank te klauwen. Of, wanneer Lucky erg in zijn welzijn is aangetast, zelfs d.m.v. sproeigedrag of markering met poep! Allemaal typisch kattengedrag. Katten zijn schemerdieren, hun prooidieren zijn actief in ochtend- en avondschemering. Dus laten ze in de vroege ochtend luidruchtig weten dat ze naar buiten moeten. Normaal toch? Levenloze presentjes worden zonder omhaal gedeponeerd op het tapijt, want een kat is een geweldige jager. Binnenkatten die niet naar buiten kunnen om te jagen, loeren op ons, wanneer zij geen uitlaatklep hebben voor hun prooidrift. Heel normaal eigenlijk. Katten leven drie dimensionaal, ze klauteren, klimmen en springen als de beste. Het maakt voor een kat niet uit of ze daar een kerstboom, een kast of een gordijn voor gebruikt, zij neemt die hindernis gewoon. Kittens die opgegroeid zijn met andere, niet verwante, volwassen katten, gaan graag met andere katten om als ze volwassen zijn. Lekker buiten slenteren en dan stilletjes vergaderen met de jongens uit de buurt. Maar wat als ze binnenshuis moeten leven, in eenzame opsluiting, zonder soortgenootje? Hetzelfde geldt voor katten die uitsluitend door hun eigen moeder werden grootgebracht zonder contact met vreemde katten of mensen. Deze katten blijven eenlingen als ze volwassen zijn en worden in hun welzijn aangetast als ze met andere katten in een beperkte ruimte moeten verblijven. Ze trekken zich terug, hebben grote pupillen, likken vaak hun lippen, wassen zich minder en zijn passief. Wanneer is een kat “gelukkig”? Het spinnen is niet altijd een uiting van tevredenheid, maar spelen vaak wel. Een kat die speelt zit lekker in zijn vacht. Voor het welzijn van onze katten is het daarom fijn als wij hun leefgebied zo aanpassen dat zij voldoende gestimuleerd worden om hun natuurlijke gedrag uit te voeren. Dat kan met voedsel- en waterverrijking, geurverrijking, klim- en krabpalen, jachtspelletjes, verstopplekjes, catnipspeeltjes en natuurlijk onze liefdevolle aandacht.

Anja Terlouw, 29 september 2015